Je kreeg het niet zomaar. Je moest ervoor oefenen. Lange middagen in een muf zwembad, met een instructeur die streng maar rechtvaardig was. De geur van chloor zat wekenlang in je haar, en je tenen waren standaard gerimpeld.
Het moment waarop je het kreeg, voelde als een overwinning. Je was nat, koud, en trots. Er werd een foto van je gemaakt met een handdoek om je schouders en een brede glimlach. Thuis ging het meteen in een lijstje of in de la bij belangrijke papieren. Niet omdat het er mooi uitzag, maar omdat het betekende: jij had het gehaald.
Het stelde eigenlijk niet veel voor – een stukje stof, rechthoekig en dun, in fletse kleuren. En toch voelde het als iets officieels. Het zat vast aan een stukje karton of zat gewoon los in een plastic hoesje. En iedereen wist wat het betekende: jij kon overleven in het diepe, met kleren aan, door een gat heen duiken, en blijven drijven alsof je leven ervan afhing.
Op school werd erover gepraat alsof het een soort rang was. De een had A, de ander al B. Sommigen zelfs C – die waren helden. Maar de meeste kinderen hielden het bij deze versie. Je wist: hiermee was je ‘klaar’, althans voor de meeste ouders.
Vandaag ligt het ergens in een oude doos, vergeeld, vergeten. Maar één blik is genoeg om je weer terug te brengen naar dat zwembad, die zenuwen, en dat trotse gevoel.
Wie weet nog wat dit voor stukje stof was?
Antwoord
Het antwoord is: zwemdiploma B van vroeger.
Niet digitaal, niet gelamineerd, geen officieel document – gewoon een stukje textiel of gedrukt papier, meestal met een fletse blauwe achtergrond en je naam erop geschreven in pen.
Zwemdiploma B stond symbool voor meer dan alleen kunnen zwemmen. Het betekende: je had het doorzettingsvermogen, je was een stap verder dan alleen ‘beginner’. Je kon met een regenjas aan door een gat in een zeil duiken en daarna netjes rugslag doen naar de kant. Je was, in de ogen van je ouders, veilig genoeg voor vakantie bij een meer.
Veel kinderen stopten na B. Sommigen gingen door naar C, maar B voelde al als ‘gevorderd’. Het diploma verdween uiteindelijk in een kast, een map, of een verhuisdoos. Maar de herinnering eraan – de geur van chloor, het schokkerige water, de opluchting na het afzwemmen – die blijft.
Een simpel stukje stof, maar voor wie erbij was: onvergetelijk.