Caroline (58) noemt zichzelf geen linkse of rechtse kiezer. “Ik zit in het midden,” zegt ze. “Ik stem niet op een partij, ik stem op gezond verstand.” Ze vindt dat Nederland vastloopt in politieke hokjes, terwijl samenwerking juist de enige uitweg is.
Ze is het zat om te zien hoe partijen elkaar blijven bevechten. “Iedereen roept, niemand luistert,” zegt ze fel. “Het lijkt wel een kleuterklas. De één wil niet met de ander spelen, omdat hij een ander kleur shirt aan heeft.”
“Politiek is geen speeltuin”
Volgens Caroline is de Haagse politiek verworden tot een toneel van gekwetste ego’s. “Het gaat niet meer over oplossingen, maar over wie het hardst kan schreeuwen.” Ze kijkt naar debatten met kromme tenen. “Ze praten niet mét elkaar, maar óver elkaar. En dan nog met minachting ook.”
Ze vindt het schandalig dat partijen weigeren samen te werken vanwege ideologische verschillen. “Links, rechts, wie boeit dat nou? We wonen allemaal in hetzelfde land!” zegt ze. “Als je alleen met je eigen kamp praat, krijg je nooit een brug, alleen maar loopgraven.”
“Er gebeurt helemaal niks meer”
Caroline vindt dat Nederland is verlamd door politieke koppigheid. “Iedereen zegt dat er iets moet gebeuren aan woningnood, zorg, migratie, onderwijs. Maar ondertussen… niets.” Ze zucht diep. “Ze vergaderen, praten, tweeten, maar beleid? Ho maar.”
Volgens haar komt dat omdat politici liever hun gelijk halen dan samen resultaat boeken. “Ze willen liever punten scoren bij hun achterban dan iets oplossen voor het land. Dat is ziekelijk.”
Caroline vindt dat politici moeten ophouden met doen alsof toegeven een nederlaag is. “Een compromis is geen verlies, het is volwassenheid,” zegt ze. “Iedere relatie draait op geven en nemen. Waarom zou dat in de politiek anders zijn?”
De radicale redelijkheid
Caroline noemt zichzelf “radicaal redelijk”. “Ik ben extreem in mijn verlangen naar normaliteit,” zegt ze met een glimlach. Ze vindt dat de middenstem weer gehoord moet worden. “De extremen maken het gesprek kapot. Links roept dat alles gratis moet, rechts dat alles verboden moet. En de rest mag toekijken.”
Volgens haar heeft Nederland geen nieuwe verkiezingen nodig, maar een collectieve volwassenheidsles. “We moeten weer leren praten zonder te schreeuwen. En luisteren zonder meteen te blokkeren.”
“De politiek lijkt op een slecht huwelijk”
In haar ogen lijkt de Nederlandse politiek op een koppel dat niet meer met elkaar praat. “Ze slapen nog in hetzelfde huis, maar ieder in een eigen kamer,” zegt ze. “Ze haten elkaar, maar ze weten dat ze niet zonder elkaar kunnen. Alleen vergeten ze dat het huis ondertussen instort.”
Ze lacht cynisch. “We hebben ministers die niet kunnen samenwerken, kamerleden die ruzie maken op X (voorheen Twitter), en burgers die dat gedrag vervolgens overnemen. Het is een ketting van domheid.”
“Het land moet bestuurd worden”
Caroline vindt dat partijen hun persoonlijke trots opzij moeten zetten. “Je kunt niet zeggen: ‘wij praten niet met die partij’, terwijl de helft van het land op die partij heeft gestemd,” zegt ze. “Dat is niet principieel, dat is arrogant.”
Voor haar is politiek geen strijd, maar een taak. “Je zit er om het land te besturen, niet om jezelf op de borst te kloppen.” Ze vindt dat iedere partij, van GroenLinks tot PVV, een gedeelde verantwoordelijkheid heeft. “We wonen samen. Punt. Dan bestuur je ook samen.”
“Het midden is de ruggengraat”
Caroline gelooft dat de toekomst van Nederland ligt bij mensen die niet in uitersten denken. “De wereld is niet zwart-wit. De waarheid zit meestal in de grijstinten,” zegt ze. “Maar ja, grijs verkoopt niet goed op social media.”
Ze vindt dat kiezers meer druk moeten zetten op politici om samen te werken. “Stop met stemmen op ruziezoekers. Kies mensen die kunnen luisteren, onderhandelen, verbinden. Dáár zit de kracht.”
Wat vindt de lezer?
Caroline’s mening is helder: samenwerken is de enige manier om iets te bereiken. Maar is dat realistisch in een land vol meningen, ego’s en emotie?
Wat vind jij? Heeft Caroline gelijk dat links en rechts eindelijk de handen ineen moeten slaan? Of is haar “radicale redelijkheid” juist te naïef in een tijd waarin iedereen zijn eigen waarheid wil behouden?