“Wij hebben ons hele leven gewerkt, waarom moeten we nóg betalen?” vraagt Christine (70) verontwaardigd terwijl ze haar koffie roert. En ze heeft een punt. Gepensioneerden hebben hun plicht gedaan, decennialang bijgedragen aan de samenleving, de economie draaiende gehouden, en keurig belasting betaald. Toch worden ze, zodra ze eindelijk mogen genieten van hun oude dag, nog steeds belast alsof ze profiteurs zijn. Dat is niet alleen oneerlijk — het is ronduit schandalig.
De gemiddelde pensionado betaalt in Nederland belasting over zijn AOW, over zijn aanvullend pensioen, soms zelfs over spaargeld of een klein bijbaantje. Dat kan oplopen tot duizenden euro’s per jaar. En waarvoor? Voor een overheid die belooft dat ‘werken moet lonen’, maar vergeet dat rusten óók verdiend mag worden. Mensen als Christine hebben al meer dan veertig jaar loonbelasting, BTW, accijns en premies betaald. Is het dan niet terecht dat ze na hun pensioen eindelijk vrijgesteld worden van al die financiële verplichtingen?
Het is absurd dat iemand die zijn hele leven heeft bijgedragen aan de schatkist nog steeds als melkkoe wordt behandeld. Een gepensioneerde heeft niets meer te bewijzen. Ze heeft gebouwd aan de infrastructuur, de zorg, het onderwijs, de economie — kortom, alles waar Nederland op drijft. Maar in plaats van respect krijgen ze een blauwe envelop. Dat is geen dankbaarheid, dat is een trap na.
Stel je voor: je werkt vijftig jaar, draagt elke maand netjes je bijdrage af, en op het moment dat je eindelijk mag ademen, zegt de overheid: “Leuk dat u klaar bent, maar wij willen nog wat van u.” Dat voelt als een belediging. Alsof je bijdrage pas telt als je tot de laatste adem belasting blijft betalen. Christine noemt het terecht “een vorm van moderne slavernij”.
Veel mensen onderschatten hoeveel belasting gepensioneerden nog steeds betalen. De AOW is belastbaar inkomen, het aanvullend pensioen ook, en wie toevallig wat spaargeld heeft, krijgt te maken met de vermogensrendementsheffing. Zelfs wie een zuinige auto houdt om de kleinkinderen te bezoeken, betaalt wegenbelasting. Alsof ouder worden een luxeproduct is.
De overheid zegt dat het systeem “eerlijk” moet blijven, maar wat is eerlijk aan het blijven belasten van mensen die hun hele leven hebben bijgedragen? Jonge generaties profiteren van de infrastructuur en voorzieningen die door deze ouderen zijn gefinancierd. Het is de hoogste tijd om iets terug te geven. Vrijstelling van belasting na pensioen zou niet alleen rechtvaardig zijn, het zou ook een krachtig gebaar van respect zijn.
Critici zullen zeggen dat de schatkist dat niet aankan. Maar laten we eerlijk zijn: er is geld voor van alles — miljarden voor klimaatprojecten, subsidies voor elektrische auto’s, noodfondsen voor banken. Dan kan er toch ook ruimte zijn voor mensen die het land letterlijk hebben opgebouwd? Christine zegt: “We hebben dit land grootgemaakt, maar we worden behandeld alsof we overbodig zijn.” Dat gevoel leeft bij duizenden ouderen.
Het is tijd voor een mentaliteitsverandering. Ouderen zijn geen last, ze zijn het fundament waarop alles rust. Door hen vrij te stellen van belasting, geven we niet alleen financiële verlichting, maar ook waardigheid terug. Want waardigheid kun je niet belasten.
Wat vind jij? Moeten gepensioneerden eindelijk worden vrijgesteld van belasting — als erkenning voor hun levenslange bijdrage? Of hoort belasting betalen nu eenmaal bij ‘solidariteit’? Laat het eerlijk zijn: solidariteit werkt twee kanten op. Misschien is het tijd dat de samenleving iets terugbetaalt aan wie haar heeft opgebouwd.
Wat vindt jij, lezer? Heeft Christine gelijk dat belastingvrij pensioen een kwestie van rechtvaardigheid is? Of moet iedereen, jong én oud, zijn deel blijven afdragen? Eén ding is zeker: dit gesprek is nog lang niet voorbij.