Het TBC-huisje: Een Overblijfsel uit de Strijd tegen Tuberculose
In de eerste helft van de twintigste eeuw werd de strijd tegen tuberculose op verschillende manieren gevoerd. Een van de kenmerkende bouwwerken uit die tijd is het tbc-huisje, ook wel een lighuisje genoemd. Dit kleine houten bouwwerk diende als een plek waar tuberculosepatiënten in afzondering konden herstellen. In dit artikel verkennen we de geschiedenis, functie en het gebruik van deze bijzondere huisjes.
De Achtergrond: De Tuberculose-epidemie
In de negentiende eeuw was tuberculose een van de dodelijkste ziekten in Europa. Maar liefst een op de vier sterfgevallen was toe te schrijven aan deze besmettelijke longziekte. De aandoening werd geassocieerd met slechte hygiëne en luchtverontreiniging, vooral in stedelijke gebieden. Hoewel er in het begin van de twintigste eeuw verbeteringen kwamen in woningbouw en gezondheidszorg, waren er nog geen effectieve medicijnen tegen tuberculose.
De behandeling bestond vooral uit bedrust, frisse lucht, zonlicht en gezonde voeding. Sanatoria boden hierin een oplossing, maar niet iedereen kon of wilde in zo’n instelling verblijven. Hierdoor ontstonden de tbc-huisjes, waarin patiënten dichter bij huis konden kuren.
Waar Stonden de TBC-huisjes?
In Nederland en het Verenigd Koninkrijk stonden deze huisjes vaak op het terrein van ziekenhuizen, sanatoria of kruisverenigingen. Daarnaast konden patiënten ze ook plaatsen in een eigen tuin of in een weiland net buiten het dorp. De medische verzorging werd vaak door een verpleegkundige op afspraak uitgevoerd, terwijl familieleden voor de overige zorg instonden.
Deze huisjes konden gekocht, gehuurd of geleend worden van sanatoria of kruisverenigingen. In sommige gevallen werden ze geleverd als bouwpakket, zodat ze eenvoudig konden worden opgebouwd en weer afgebroken.
In de Verenigde Staten werd een soortgelijk concept toegepast in Colorado Springs, waar het drogere bergklimaat als gunstig werd beschouwd voor tuberculosepatiënten. De Amerikaanse arts Charles Fox Gardiner ontwierp daar achthoekige hutjes om kruisbesmetting te voorkomen. In tegenstelling tot de mobiele versies in Europa, waren deze hutjes vaststaand.
Het Uiterlijk van een TBC-huisje
Tbc-huisjes bestonden in diverse vormen en maten, maar hadden over het algemeen een eenvoudige houten constructie met veel glas om zoveel mogelijk zonlicht binnen te laten. Ze waren meestal wit of groen en hadden aan de voorzijde grote deuren of ramen, zodat de patiënt optimaal van frisse lucht en zonlicht kon profiteren.
Sommige Britse varianten waren voorzien van een draaischijf of wielen, zodat ze met de zon mee bewogen konden worden. Ook in Nederland waren zowel draaibare als vaste modellen te vinden.
Gebruik en Verdere Geschiedenis
De patiënten brachten dag en nacht door in deze huisjes, soms maanden tot jaren lang. Na de introductie van effectieve medicijnen in de jaren ’50 raakten de tbc-huisjes buiten gebruik. Veel van deze huisjes kregen een nieuwe bestemming als tuinhuis, zomerhuisje of zelfs schrijfhuisje. Bekende gebruikers van een draaibaar schrijfhuisje waren de Ierse toneelschrijver George Bernard Shaw en de seksuoloog Havelock Ellis.
Vandaag de dag zijn er nog enkele tbc-huisjes bewaard gebleven als museumstuk. Zo heeft het Nederlands Openluchtmuseum sinds 1982 een tbc-huisje in de collectie, en ook Rijksmuseum Boerhaave in Leiden en Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum beschikken over een exemplaar.
Het tbc-huisje is daarmee een belangrijk historisch symbool van een tijd waarin de geneeskunde nog grotendeels afhankelijk was van natuurlijke elementen zoals zonlicht en frisse lucht.
Foto Door Dick van Aggelen – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=47340865