Joanne is twintig jaar oud en heeft een studieschuld van 75.000 euro opgebouwd. Ze vindt dat de overheid die schuld moet kwijtschelden.
Ze heeft gestudeerd, geleefd van de DUO-lening, en zegt dat ze dit bedrag nooit zelfstandig kan terugbetalen. Volgens haar is het logisch dat de staat dit voor haar oplost.
Maximaal geleend
Joanne heeft bewust maximaal geleend. Elke maand het hoogste bedrag opgenomen, zonder spijt. “Ik had het geld nodig om te kunnen studeren én leven,” zegt ze.
Ze woont op kamers in Amsterdam, heeft een sociaal leven, en vond werken naast haar studie geen optie. “Mijn studie was zwaar genoeg. Ik had daar al mijn energie voor nodig.”
Nu haar studie ten einde loopt en de aflossing dichterbij komt, klinkt er protest. “Ik ben straks productief, ik ga belasting betalen. Waarom moet ik dan ook nog mijn schuld dragen?”
Voor Joanne is het simpel: ze heeft geïnvesteerd in haar toekomst, en de samenleving profiteert daarvan. Daarom zou de samenleving ook de kosten moeten dragen.
Haar standpunt gaat verder dan haar eigen situatie. “Alle studieschulden zouden moeten verdwijnen. Studenten moeten zich kunnen ontwikkelen zonder schuldenlast.”
Ze vergelijkt het met wegen of ziekenhuizen: “Die betalen we toch ook samen? Onderwijs is net zo’n publieke voorziening.”
Volgens Joanne is het leenstelsel een systeemfout. “We zijn jongeren massaal de schulden in geduwd onder het mom van persoonlijke verantwoordelijkheid.”
Ze vraagt zich af waarom studeren moet voelen als een financiële valkuil. “Ik heb niets verkeerd gedaan. Ik heb precies gedaan wat het systeem mogelijk maakte.”
Gratis geld
“Je krijgt op je achttiende een DUO-portaal en een lening van honderden euro’s per maand. Maar niemand zegt erbij wat dat betekent op de lange termijn.”
Joanne geeft toe dat ze misschien meer had kunnen nadenken over de gevolgen, maar vindt niet dat die verantwoordelijkheid alleen bij haar ligt.
“Er is jarenlang geroepen dat lenen geen probleem was. Dan mag je mensen later niet verwijten dat ze dat geloofd hebben.”
Ze zegt niet op zoek te zijn naar medelijden, maar naar rechtvaardigheid. “Er wordt gedaan alsof dit mijn fout is. Maar het systeem was nooit eerlijk.”
Voor haar voelt de schuld als een rem op haar toekomst. “Ik wil misschien ooit een huis kopen, maar dat kan voorlopig niet. Alles hangt samen met die schuld.”
De oproep is dus helder: ze wil een overheid die de last wegneemt. “Niet alleen voor mij. Voor iedereen die zich in deze situatie herkent.”
Joanne denkt dat de politiek moet erkennen dat het experiment met het leenstelsel mislukt is. “Terugdraaien is het enige eerlijke wat nog kan.”
Ze hoopt dat anderen zich uitspreken. “We hoeven ons hier niet voor te schamen. We mogen best zeggen dat we hier niet mee akkoord gaan.”
De discussie over studieschulden, verantwoordelijkheid en overheidssteun blijft complex. Maar Joanne twijfelt er niet aan waar zij staat.
“Ik ben gaan studeren zoals van mij werd verwacht. Ik heb gedaan wat moest. Nu verwacht ik dat de overheid ook haar deel doet.”