BBQ in de achtertuin: Barts gedoe met de buurvrouw
In een rustige buitenwijk ergens in Nederland woont Bart, 52 jaar. Zijn achtertuin is zijn trots, zijn plek om bij te komen. En als je Bart vraagt waar hij het liefst zijn vrije tijd aan besteedt, dan is het antwoord simpel: de barbecue aan en iets lekkers op het rooster.
Of het nu hoogzomer is of de eerste zonnestralen van het jaar net doorbreken, Bart grijpt elk moment aan om te grillen. Alleen… niet iedereen in de straat deelt die liefde. Zijn buurvrouw, al jaren woonachtig naast hem, laat regelmatig weten dat ze last heeft van de rook en de geur.
Waarom Bart niet zonder zijn grill kan
Voor Bart is barbecueën veel meer dan een manier om te koken. Het is een ritueel. Het begint al ’s ochtends, wanneer hij bij de winkel staat en de braadworst en kipfilet ruikt. Dat is voor hem het startschot van een goede dag.
Hij gaat er niet halfslachtig in. Het juiste stuk vlees, een marinade die precies klopt, de temperatuur op de graad goed: alles moet kloppen. Het plezier zit ’m net zo goed in het samenzijn als in het eten. Biertje erbij, vrienden aan tafel, en de tijd vergeten in zijn eigen tuin — dat is waar hij voor leeft.
De buurvrouw heeft genoeg van rook en luchtjes
De buurvrouw naast hem is van een heel ander type. Ze is vriendelijk, rustig, graag bezig in haar tuin. En ze houdt van stilte. Zij ervaart de rookpluimen en de barbecuegeur niet als gezellig, maar als hinderlijk. Volgens haar dringt de rook soms zelfs haar huis binnen en verspreidt de geur zich door de tuinen.
Meermaals vroeg ze Bart of hij minder vaak wilde barbecueën. Onlangs opperde ze zelfs om het tot bepaalde uren te beperken. Bart vindt dat te ver gaan. In zijn ogen is het simpel: dit is zijn tuin, zijn plek. Waarom zou hij zijn hele doen en laten aanpassen voor één persoon?
Twee werelden die wringen
Je ziet het vaker in een buurt: wat voor de één vrijheid en gezelligheid is, voelt voor de ander als overlast. Bart houdt van reuring en buiten zijn, de buurvrouw koestert rust en regelmaat. Beiden hebben hun eigen gelijk, maar die twee werkelijkheden botsen stevig zodra de kolen gloeien.
Bart snapt wel dat de buurvrouw anders kijkt, zegt hij, maar hij wil zijn leven er niet op inrichten. Als hij met vrienden buiten zit en de barbecue staat aan, denkt hij niet aan klachten. Dan wil hij gewoon genieten van het moment.
Hoe de rest van de straat erin staat
Ook buiten die twee wordt het opgemerkt. In de straat ruik je geregeld dat Bart het vuur heeft opgestookt. Volgens hem vinden meerdere buren dat juist gezellig: sommigen helpen met voorbereiden, anderen schuiven aan voor een drankje. Het levert praatjes over de heg en een losse sfeer op.
Toch is er die ene constante factor: de buurvrouw die blijft aangeven dat ze er last van heeft. Bart vindt dat lastig te begrijpen. Iedereen heeft toch z’n eigen manier van ontspannen? Waarom zou hij de zijne moeten opgeven, vraagt hij zich af.
Op zoek naar een middenweg (die maar niet gevonden wordt)
Bart zegt heus wel nagedacht te hebben over oplossingen. Zo heeft hij voorgesteld af en toe op minder drukke momenten te grillen. Maar hij wil niet elke spontane bui inruilen voor schema’s en afspraken. Barbecueën is voor hem iets dat je juist doet als je er zin in hebt — niet alleen wanneer het in iemands agenda past.
Daar zit de crux: de wens om vrij te kunnen doen waar je blij van wordt, tegenover de behoefte aan rust. En zolang geen van beiden wil toegeven, blijft het schuren.
Wat blijft er over?
Voorlopig lijkt Bart niet van plan zijn kolen te doven. “Ik wil gewoon BBQ’en in mijn tuin, zoals ik altijd heb gedaan,” zegt hij. Het is zijn manier om te ontspannen en zich thuis te voelen. Dat gevoel geeft hij niet zomaar op, ook niet als de buurvrouw moppert.
Hoe het verder gaat lopen, weet niemand. Misschien komt er ooit een afspraak waar beiden mee kunnen leven, misschien ook niet. Maar voor nu is Barts standpunt helder: zijn tuin, zijn barbecue, zijn regels — of de buurvrouw dat nu prettig vindt of niet.