Overleven met een uitkering
Nico zit al ruim tien jaar in de bijstand. Elke maand moet hij zich verantwoorden, alsof leven van een uitkering luxe is. In werkelijkheid is het een constante strijd om niet kopje-onder te gaan. Van zijn uitkering alleen redt hij het niet.
Hij vult zijn inkomen noodgedwongen aan met zwart werk. Geen grote bedragen, geen luxe leven—gewoon de huur kunnen betalen en zijn kinderen eten geven. Want rekeningen houden geen rekening met de bureaucratie van de overheid.
Zwart werk als logische keuze
“Als ze de uitkeringen iets verhoogden, zou ik die rompslomp niet hoeven doen,” zegt Nico. Voor hem is zwart werken geen kwestie van moreel verval, maar van overleven. Hij staat niet alleen—duizenden anderen zitten in hetzelfde schuitje.
De uitkering is simpelweg te laag om van te leven, maar te hoog om recht te hebben op voldoende aanvullende hulp. De realiteit is dat veel mensen in Nederland alleen rondkomen door regels te overtreden. Niet omdat ze willen, maar omdat ze moeten.
Werken loont niet
Zou Nico fulltime gaan werken, dan zou hij netto mínder overhouden. Zijn toeslagen verdwijnen, kinderopvang wordt onbetaalbaar, en zijn woonlasten stijgen. Het loont financieel meer om een combinatie van uitkering, toeslagen en zwart werk te hebben dan om een regulier salaris te verdienen.
Die situatie is absurd, maar volledig door beleid veroorzaakt. We hebben een systeem gebouwd waarin armoede loont, maar werken straft. En dan zijn we verbaasd dat mensen afhaken. De cijfers zijn duidelijk: werkende armen nemen toe, terwijl structurele armoede blijft bestaan.
Wantrouwen en sancties
In plaats van te helpen, kiest de overheid voor controle. Mensen zoals Nico worden gezien als profiteurs, niet als slachtoffers van beleid. Elke fout wordt afgestraft. Elk beetje extra inkomen moet verantwoord worden, tot in de laatste cent.
Dit systeem straft creativiteit, initiatief en overlevingsdrang. Het mist menselijkheid en realiteitszin. We verwachten dat mensen in armoede zich aan regels houden die door en voor middenklassers zijn bedacht, met geen benul van wat het is om te leven met een lege koelkast.
Geen schuld, maar gevolg
Nico is geen uitzondering of kwaaddoener. Hij is het gevolg van falend beleid. Van een staat die armoede structureel accepteert, maar moreel veroordeelt. Zolang werken niet loont en uitkeringen onvoldoende zijn, zullen mensen zoals hij alternatieven zoeken—en vinden.
Zwart werken is in die context geen misdaad, maar een reactie. Een noodzakelijke handeling in een onrechtvaardig systeem. De echte vraag is niet of Nico fout zit, maar waarom hij überhaupt in deze positie wordt gedwongen.
Wat zou jij doen?
De makkelijke reactie is veroordeling. De eerlijke vraag is: wat zou jij doen? Als jij in Nico’s schoenen stond—kinderen, rekeningen, geen uitzicht—zou jij je strikt aan de regels houden? Of zou je kiezen voor overleven, regels of geen regels?
Zolang we die vraag niet durven beantwoorden, verandert er niets. De oplossing ligt niet in strengere handhaving, maar in eerlijk beleid. Menselijk beleid. Tot die tijd blijft Nico doen wat hij moet doen: overleven. Omdat het systeem hem geen andere keuze laat.