Yvette is veertig en woedend, omdat haar felgroene briefje van honderd nergens meer welkom blijkt te zijn. Ze begrijpt niet hoe wettig betaalmiddel ineens tot verboden snipper kan verworden. Het voelt voor haar compleet absurd.
Het verdwijnen van het Nederlandse honderdje
In Nederland is het briefje van honderd bijna verdwenen. De meeste pinautomaten spugen alleen vijftig euro uit. Dat lijkt praktisch, maar volgens Yvette creëert het vooral verwarring en wantrouwen bij mensen die contant willen blijven betalen.
Het Duitse verschil
Yvette had laatst in Duitsland geld gepind. Daar komt het briefje van honderd nog vrolijk uit de automaat. Niemand doet moeilijk en iedereen accepteert het zonder gefronste wenkbrauwen of ongemakkelijke gesprekken over beleid.
Terug in Nederland begint het gedoe
Eenmaal thuis wilde Yvette iets betalen met het vers gepinde geld. Tot haar verbijstering werd het briefje nergens aangenomen. Het voelde alsof ze een exotisch artefact in haar hand had in plaats van echt geld.
“Nemen wij niet aan” klinkt overal
Elke winkel herhaalde dezelfde zin. “Nemen wij niet aan.” Yvette vond die houding onbeschoft en koppig. Ze ziet het als gemakzucht vermomd als beleid. Niemand lijkt nog te weten wat wettig betaalmiddel eigenlijk betekent.
Yvette beroept zich op de wet
Volgens Yvette is het wettelijk verplicht om het briefje van honderd aan te nemen. Ze riep dat vastberaden naar meerdere kassamedewerkers. Toch kreeg ze enkel schouderophalen, want winkeliers verzinnen tegenwoordig hun eigen regels.
De extreme mening ontstaat
Yvette vindt dat Nederland is ontspoord door het weigeren van contant geld. Ze noemt de houding van winkels regelrecht dictatoriaal. Volgens haar is het weigeren van wettig geld de eerste stap richting totaal financieel toezicht.
“Cash only” maakt haar razend
Ze ergert zich aan de cash only maatschappij die volgens haar juist geen cash wil. Alles draait om pinnen, apps en draadloze betalingen. Yvette ziet het als een aanval op vrijheid, privacy en ouderwets vertrouwen.
Haar vertrouwen in winkels daalt
Winkels die weigeren te accepteren wat officieel geldig is, verliezen volgens Yvette hun geloofwaardigheid. Ze voelt zich behandeld alsof zij fout is. Ze noemt het arrogantie die inmiddels een bizarre nationale gewoonte is geworden.
De angst van winkels
Winkeliers zeggen bang te zijn voor vals geld. Yvette vindt dat kul. Volgens haar controleren banken toch alles. Ze zegt dat angst nooit een excuus mag zijn om burgerrechten te negeren. Haar standpunt wordt steeds vuriger.
Moderne betutteling volgens Yvette
Yvette vindt dat Nederland lijdt aan extreme betutteling. Alles moet digitaal, controleerbaar en beheersbaar. Wie met contant geld verschijnt, wordt neerbuigend aangekeken. Ze noemt het een stille sociale uitsluiting van normale burgers.

Het briefje wordt symbool
Het briefje van honderd is voor Yvette inmiddels meer dan geld. Het is een symbool van verzet. Ze weigert het in te wisselen of weg te stoppen. Ze vindt dat burgers moeten opstaan tegen deze absurde ontwikkeling.
De digitale dwang
Volgens Yvette duwt Nederland iedereen richting digitaal betalen zonder eerlijk debat. Ze vindt dat gevaarlijk. Ze gelooft dat vrijheid begint bij keuzevrijheid. Zonder contant geld, geen echte autonomie. Het onderwerp raakt haar diep.
Een radicale oplossing
Yvette zou liefst alle winkels mogen verplichten om contant geld aan te nemen. Ze stelt zelfs dat weigeren strafbaar moet worden. Haar mening is extreem, maar ze vindt het noodzakelijk om de balans te herstellen.
De maatschappelijke scheefgroei
Ze vindt het onbegrijpelijk dat technologie belangrijker lijkt dan toegankelijkheid. Volgens haar worden ouderen, kwetsbaren en privacybewuste mensen genegeerd. Yvette vindt dat Nederland daarin onmenselijk en verblind is geworden.
Yvette voelt zich genegeerd
Ze merkt dat niemand haar zorgen serieus neemt. Dat frustreert haar enorm. Ze voelt zich een roepende in de woestijn terwijl de samenleving blind de digitale afgrond in wandelt. Haar stemming wordt somberder.
Het weigeren van geld voelt vijandig
Voor Yvette voelt het weigeren van contant geld als een aanval. Ze is boos omdat ze zich buitengesloten voelt in haar eigen land. Ze vindt dat winkels burgers niet mogen behandelen als lastige obstakels.
Een oproep tot herwaardering
Yvette pleit daarom voor herwaardering van contant geld. Ze vindt dat het briefje van honderd moet terugkeren in de Nederlandse automaten. Volgens haar hoort het bij een gezonde en vrije samenleving.
Haar strijd gaat door
Yvette weigert haar mening te temperen. Ze blijft overal vragen waarom winkels zich boven de wet plaatsen. Ze verlangt duidelijkheid en respect. Het groene briefje blijft in haar portemonnee als stille protestvlag.
Wat vindt de lezer?
De vraag ligt nu bij jou. Is Yvettes extreme woede begrijpelijk, of maakt ze van een praktisch probleem een principiële strijd? En hoe vrij is een samenleving die haar eigen geld niet meer vertrouwt?













