Stel je voor: je bent getuige van een ingewikkelde situatie op een kruising. Er staan vier auto’s, elk met een andere bestemming en richting. Jouw uitdaging is om te bepalen in welke volgorde deze auto’s veilig en volgens de verkeersregels de kruising mogen passeren.
De situatie is als volgt:
- Een cremekleurige auto en een blauwe auto staan tegenover elkaar, beide bij een stopbord.
- De cremekleurige auto wil rechtdoor rijden.
- De blauwe auto wil naar links afslaan.
- Aan de andere twee kanten van de kruising staan nog twee auto’s: een witte en een gele.
- De witte auto wil naar links afslaan.
- De gele auto wil rechtdoor rijden.
De vraag is nu: In welke volgorde mogen de auto’s de kruising passeren? Denk goed na over de verkeersregels en de posities van de auto’s. Het lijkt misschien eenvoudig, maar er zit een logica achter die je misschien over het hoofd ziet.
Heb je een idee? Denk je dat je de puzzel hebt opgelost?
Lees het antwoord op de volgende pagina.
Het Antwoord
Het antwoord op de verkeersraadsel is verrassend logisch als je de verkeersregels goed kent.
- De gele auto mag als eerste de kruising passeren. Deze auto gaat rechtdoor en heeft geen stopbord, waardoor hij voorrang heeft.
- De witte auto is de volgende. Hoewel deze auto naar links wil afslaan, staat hij niet voor een stopbord, wat hem voorrang geeft boven de auto’s die dat wel hebben.
- De cremekleurige auto mag daarna de kruising oversteken. Deze auto gaat rechtdoor, maar stond aanvankelijk voor een stopbord.
- Als laatste mag de blauwe auto de kruising oversteken. Deze auto slaat linksaf en had als extra nadeel dat hij voor een stopbord stond.
Zo zie je maar weer: kennis van de verkeersregels is essentieel om dergelijke raadsels op te lossen. Was dit wat je had verwacht, of heeft de oplossing je verrast? Verkeerssituaties kunnen soms complex lijken, maar met een goede kennis van de regels kom je er altijd uit!