Tegenwoordig werken we ons een slag in de rondte voor een fatsoenlijk inkomen. Het verhaal van Tomas klinkt daardoor als een moderne fabel. Deze 30-jarige Hongaar kwam naar Nederland, werkte zich in een slachthuis uit de naad, en keerde als jonge miljonair terug naar zijn geboorteland. Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn. Tomas is een voorbeeld van een trend waarin slimme mensen traditionele arbeidsethos combineren met een uitstekend gevoel voor financiën.
Zijn werkuren zijn ronduit zwaar. Elke dag twaalf tot veertien uur werken in een slachthuis is niet alleen lichamelijke zwaar, maar ook geestelijk uitdagend. De meesten van ons zouden hier niet eens aan willen beginnen. Maar waarom zou iemand zoveel opofferen? Simpel: geld. Het geld dat in Nederland misschien minder indrukwekkend lijkt, maar in Hongarije enorm waardevol is. Tomas heeft het systeem in Nederland doorgrond en gebruikt het zonder schaamte om zijn eigen doelen te verwezenlijken.
Sommigen zullen zeggen dat Tomas een sterke wil heeft en veel over heeft voor zijn doelen. Maar hoe ironisch is het dat hij met zes anderen in een klein huisje woont om de kosten te delen? Dat is toch geen echt leven, maar pure overleving. In plaats van zijn loon aan wat luxe te besteden, spaart hij alles voor later. Hij belichaamt echt het principe van ‘geen pijn, geen winst’.
Na zes jaar van zwaar werk, is Tomas van plan om terug te keren. Hij wil een boerderij kopen, wat kippen en koeien houden, en zijn eigen groenten verbouwen. Met pensioen gaan op je zesendertigste klinkt wel heel prettig, maar roept ook vragen op. Waarom bijten we door tot we oud zijn voor vrijheid, als het eerder kan? Is Tomas een slimme jongen die het systeem overtroeft, of is hij juist een uitzondering?
De vraag blijft: hoe ethisch is het eigenlijk om het economisch verschil tussen landen te benutten voor eigen gewin? Tomas werkt keihard en maakt gebruik van de voordelen van een open Europa, maar maakt ook gebruik van de ongelijkheden in de wereld. Moeten we hem prijzen of bekritiseren? Terwijl velen in Nederland moeite hebben om rond te komen, lijkt Tomas de kunst van het moderne leven te hebben doorgrond. Maar is de prijs die hij betaalt het waard?
Uiteindelijk hangt het af van je eigen kijk op deze situatie. Zou jij bereid zijn twaalf uur per dag, zes dagen in de week te werken voor financiële onafhankelijkheid op jonge leeftijd? En hoe ver zou je gaan om die droom te verwezenlijken? Wat vind je van Tomas zijn strategie? Moeten we allemaal zulke offers brengen om onze doelen te bereiken?